Arthur (41) heeft kanker sinds zijn zestiende en wil anderen helpen zolang hij kan

Depressief door ziekte, onvruchtbaar blijken terwijl je vrouw een kinderwens heeft en je afvragen waarom God het allemaal zo ver laat komen. Het leven van Arthur Moen (41) verloopt allesbehalve vlot en hoe lang hij nog heeft, weet hij niet. Maar: ,,Hoe ziek je ook bent, je kunt altijd iets doen voor een ander.’’

Arthur was 16 jaar oud toen hij ontdekte dat er iets fysiek niet klopte. Twee jaar lang zweeg hij over wat uiteindelijk zaadbalkanker bleek te zijn. Hij was bang voor de dood en voor behandelingen. ,,Zo’n type kanker is zeker voor een jongen van zestien niet fijn om mee naar de dokter te moeten gaan.’’

Op zijn achttiende ging hij toch, omdat hij inmiddels wel moest. ,,Ik slikte de hele dag door paracetamol om de pijn te verzachten. Maar na zo lang niets doen, was ik er bijna niet meer. Alles in mijn lichaam kapte er langzaamaan mee.’’

Dat zwijgen en het daaropvolgende proces van operaties en chemo's had ook op zijn omgeving het nodige effect. ,,Het ging op school niet goed en de relatie met mijn ouders werd slechter. Ik raakte in een isolement en bleef zoveel mogelijk op mijn kamer.’’ Toen het openbaar werd dat hij zaadbalkanker had, vielen er voor Arthurs omgeving wel puzzelstukjes op zijn plek. Het verklaarde zijn gedrag.

Vijf jaar lang was hij uit de roulatie. Arthur verhuisde in die tijd van Barendrecht naar Dordrecht. Hij woonde vanaf toen op zichzelf en hij leefde van een uitkering. Hij had geen energie meer en zat vooral op de bank. ,,Dat was mijn eerste kennismaking met Dordrecht eigenlijk, zwaar depressief. Ik vierde mijn eigen verjaardag niet eens. Dat was echt een gevolg van de ziekte en het daardoor vrezen voor de dood.’’

Die angst kwam doordat hij al eerder kennismaakte met kanker in zijn omgeving. ,,Mijn buurman overleed eraan en mijn oom ook. Die mensen staan best dicht bij je. Dus ik leefde met de opvatting: kanker is het eindstation.’’ In de weekenden probeerde Arthur er nog wat van te maken. ,,Ik zoop me verloren op feestjes om alles even te kunnen vergeten.’’

Een einde aan de rust

Tien jaar lang speelde de kanker geen grote rol, maar na die tien jaar ging het de verkeerde kant op. Arthur raakte werkloos doordat het bedrijf waar hij werkte fraudeerde. Hij verloor zijn baan en daar kwamen een depressie en burn-out voor in de plaats. Ook fysiek ging het mis. ,,Ik was net aan het opkrabbelen na die mentale klachten en toen kwam er een grote bult in mijn hals. Dat bleek hodgkin te zijn; lymfeklierkanker.’’

Het behandeltraject duurde 32 weken met daarin 16 chemokuren. Tijdens de behandelingen kwam de zaadbalkanker weer opzetten. ,,Toen ik tiener was, zijn de kwade cellen zoveel mogelijk verwijderd, maar niet volledig. Het zat toen al in mijn gehele lichaam, behalve in mijn hoofd. Ze kregen destijds niet alles weg, dus kon de kanker weer groeien.’’

De kanker zaaide uit. ,,In rustige jaren is het dode weefsel in feite weer gaan groeien.’’ Arthur moest naar Duitsland voor een operatie, omdat artsen in Nederland het niet zelf durfden te doen. Dat was een traumatische bedoening, omdat het zo anders was dan in Nederland. De operatie was desondanks wel geslaagd. ,,Ik was een nier kwijt, maar ja.’’

Wonderen bestaan echt

Vanwege de zaadbalkanker is Arthur zo goed als onvruchtbaar. In 2017 begon de kanker wederom te groeien, net terwijl Arthurs vrouw probeerde zwanger te worden. Daardoor waren er met medische hulp zes pogingen om zijn vrouw zwanger te krijgen. Na vijf pogingen zeiden de artsen tegen Arthur dat hij vanwege de kanker moest stoppen met proberen. ,,Maar mijn vrouw en ik dachten: die laatste poging, die moeten we gewoon doen.’’

De grootste wens van Arthur, maar ook zeker van zijn vrouw, kwam uit. Arthur wijst geëmotioneerd naar fotolijstjes die op een kastje in de woonkamer staan. ,,Kijk, mijn dochter Yonna. Ze is bijna 3 jaar oud.’’ Het stel is gelovig en ziet de geboorte van hun dochter als een wonder. ,,Het ís een wonder. Dit kan eigenlijk niet, dat dit is gelukt.’’

Gezin zorgt voor vreugde

Dertien jaar geleden trouwde Arthur met zijn vrouw Monique. Zij woonde in dezelfde wijk en daar ontmoette Arthur haar voor het eerst. ,,Ik nam haar op de eerste date mee naar de Daniël den Hoed kliniek.’’ Arthur slikt een paar keer. ,,Het is moeilijk om het hierover te hebben.’’ Arthurs vrouw had namelijk altijd al een enorme kinderwens. ,,En ze wist dat die droom in principe nooit uit zou komen door voor mij te kiezen. Toch deed ze dat.’’

Arthur haalt veel geluk uit de komst van zijn dochter. ,,Ik denk dat zowel mijn vrouw als ik anders depressief op de bank zouden zitten.’’ Ook zijn vrouw Monique is ongekend belangrijk. ,,Soms begrijp ik niet hoe ze het volhoudt, joh. Ze is al anderhalf jaar mantelzorger en ze werkt extra veel om het financieel gaande te houden. Ze houdt alle ballen hoog. Als zij er niet was, was het echt niets geworden hoor’’, zegt hij lachend. ,,Ik bewonder haar enorm.’’

Laatste kans goed benutten

Zo'n anderhalf jaar geleden, in april 2020, zou Arthur worden geopereerd en daarna zouden wederom chemo's volgen. Voordat die operatie plaatsvond, had Arthur het gevoel dat hij nog iets wilde bereiken. Iets behalen. Hij wist dat dat na de operatie fysiek niet meer mogelijk was.

Arthur was nooit fanatiek hardloper, maar organiseerde vlak voor zijn operatie een marathon in Dordrecht. 42,195 kilometer. ,,Het is nooit mijn doel geweest. Het is eigenlijk een uit de hand gelopen revalidatie. Als je maar blijft lopen, loop je vanzelf steeds wat verder. Ik heb de marathon op mijn gemakje gerend en ik was niet eens moe toen ik klaar was. Ik dacht: dit is een van de mooiste momenten van mijn leven, dan ga ik er van genieten ook.’’ In minder dan vijf uur rende Arthur de finishlijn over.

Uiteindelijk kwam de behandeling er vorig jaar niet. Hij wilde geen chemo's meer. ,,Het zou meer aanrichten dan oplossen.’’ Uiteindelijk zat de kanker ook in zijn ruggenwervel, waarna er een ruggenwervel is verwijderd en zoveel mogelijk tumor ook. ,,Vanuit de wetenschap zeggen ze dat ik in principe niet meer beter word. Het is overleven en je wereldje wordt erg klein.’’

Anderen helpen zolang mogelijk

Even de vaatwasser leeghalen kan hij niet meer. Ondanks dat hij in de Ziektewet zit, voelt Arthur zich los van de pijn wel goed. ,,Ik probeer nog een beetje bezig te blijven. Hoe beperkt of hoe ziek je ook bent, je kunt altijd iets voor een ander betekenen.’’ De Dordtenaar richtte in de afgelopen jaren twee stichtingen op en houdt zich daar veel mee bezig.

De eerste stichting, genaamd Werkbank Drechtsteden, richtte hij met een vriend op. ,,Dat is een wekelijks werkcafé in Papendrecht waar iedereen gratis een steuntje in de rug kan krijgen richting werk. Ik help met re-integreren.’’ Later richtte hij een tweede stichting op. ,,Dagelijks Brood, heet die. Mensen brengen dagelijks verse producten die supermarkten weggooien, naar mensen die geen gebruik van de voedselbank kunnen maken, maar het wel nodig hebben. Meer dan honderd adressen zijn aangemeld.’’

Waar is God?

Arthurs relatie met God is op z'n zachtst gezegd gecompliceerd. ,,Ik heb in het ziekenhuis een soort ervaring gehad met God. Ik voelde iets van liefde of warmte. Dat voelde echt.’’ Maar het is ook wel eens worstelen. ,,Waarom lijd ik zoveel? Dat heb ik me vaak afgevraagd. Maar de geboorte van mijn dochter Yonna is een wonder. Haar naam betekent dan ook: God is genadig.’’

Arthur vreest de dood niet. ,,Ik hoop zo lang mogelijk te genieten van mijn vrouw, dochter en de rest van mijn omgeving, maar ik geloof niet dat het hierna klaar is. Ik verwacht naar iets te gaan waar ik én een gezond lichaam heb, en waar het goed is. Lijden is niet leuk en doodgaan ook niet, maar het is niet het einde. Dat geeft mij hoop om elke dag aan te kunnen. Het is nog maar eventjes, denk ik dan. Daarna ben ik voor altijd op een mooie plek, bij God.’’

Arthur hoopt anderen te helpen met delen van zijn verhaal, wat hij ook op zijn website doet. ,,Ik ben 41 en dit klinkt deprimerend maar: het kan voor iedereen zomaar zijn laatste dag op aarde zijn. Als dat moment aanbreekt, ben je er dan klaar voor? Voor iedereen komt er een einde aan. Als je nog ruzies moet bijleggen, of iets wil doen, los het op of doe het!’’